De 3-30-300-regel is bedacht door prof. dr. Cecil Konijnendijk en een perfecte maatstaf om te sturen op vergroening.
Want als je weet hoe de woningen en bedrijven in jouw gemeente scoren op deze regel, kun je de juiste prioritering aanbrengen in het vergroenen van straten en wijken. De scores op de regel openen het gesprek met politiek, inwoners en ondernemers over waar te vergroenen.
De meest actuele scores op de 3-30-300-regel zijn nu voor elke gemeente beschikbaar.
De 3-30-300-regel voor jouw gemeente ontvangen? Voor gemeenten die de regel nog dit jaar bestellen, bieden we een masterclass aan van prof. dr. Cecil Konijnendijk. In deze masterclass gaan we aan de slag met het inzetten van de regel in de dagelijkse praktijk. Naast praktijkvoorbeelden zoomen we ook in op de situatie in jouw gemeente. Maximaal twee deelnemers per organisatie.
Bestel de regel vóór 5 december om gebruik te maken van dit aanbod!
Past jouw organisatie niet in één van de bovenstaande pakketten? Wil je eerst meer weten over de 3-30-300-regel of ons aanbod? Laat je gegevens achter in onderstaand formulier. Een van onze experts neemt contact met je op.
In gemeenten, buurten en wijken. Groen en gezonde leefomgeving zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat.
Wij weten waar het groen zich bevindt. In parken, in buurten, langs straten, gemeentebomen en alle particuliere bomen. Je zou dus zeggen één en één is twee. Echter, er zit nog een stap tussen.
Namelijk hoe verbind je het groen met een gezonde leefomgeving? Prof. dr. Cecil Konijnendijk bedacht de 3-30-300-regel. Een richtlijn voor een groene gezonde leefomgeving.
De eerste regel is dat iedereen vanuit huis minstens 3 bomen (van behoorlijke omvang) moet kunnen zien. Recent onderzoek toont het belang aan van zichtbaar groen voor de mentale gezondheid en welzijn van mensen.
Onderzoek toont aan dat er een verband is tussen de boomkroonbedekkingsgraad en bijvoorbeeld de koeling van de omgeving, een beter luchtmilieu, mentale en fysieke gezondheid. Door meer te vergroenen moedigen we bewoners ook aan om meer tijd buiten door te brengen wat op zijn beurt de sociale cohesie bevordert.
Veel ambitieuze wereldsteden hebben 30% boomkroonpercentage rondom elk gebouw als doel gesteld. Op gebouwniveau zou 30% een minimum moeten zijn en waar mogelijk liefst nog een hoger percentage.
Niemand mag meer dan 300 meter van een park of groene ruimte wonen waar je kunt recreëren. Veel studies onderstrepen het belang van de nabijheid van een gemakkelijke toegang tot hoogwaardige groene ruimte die voor recreatie kunnen worden gebruikt. Als afstand wordt vaak een wandeling van vijf tot tien minuten genoemd. Dit stimuleert het recreatief gebruik van groen en dat heeft op zijn beurt positieve invloed op zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid.
Uiteraard verschilt de lokale context; de behoeften in bijvoorbeeld voorsteden met een lagere dichtheid van de bebouwing zullen verschillen van die in dichtbebouwde stedelijke gebieden.
Wat is de boomkroonbedekking in mijn gebied (gemeente, wijk, buurt, grid)
Hoe was de boomkroonbedekking in het verleden?
Welk reëel ambitieniveau is voor de toekomst haalbaar?
Hoe ver zit ik van mijn doelstelling af?